donderdag 1 april 2021
Tijdens de vergadering van de examenadviescommissie op 11 maart zijn een aantal casussen besproken omtrent holistisch beoordelen. Dit naar aanleiding van opmerkingen over een aantal specifieke situaties:
1: Keuzedeel interieurvomgeving
Dit keuzedeel bevat slecht één werkproces. Volgens de beoordelingssystematiek van StECI wordt het gehele werkproces holistisch beoordeeld. Dat maakt de eenheid van beoordelen in dit geval vrij omvangrijk.
De oplossing ligt grotendeels bij SBB. Ook omdat een vergelijkbaar keuzedeeldossier, corporate design, wel uit meerdere werkprocessen bestaat. Dit wordt wel aan SBB doorgegeven, maar op korte termijn leidt dit niet tot een oplossing.
De EAC adviseert om nauwkeurig te bepalen wat het resultaat van een werkproces inhoudt. Daarbij is het belangrijk om het daadwerkelijk examenmoment te bepalen.
Hierdoor kunnen ook mogelijk omvangrijke werkprocessen blijvend holistisch beoordeeld worden.
2: Proeve Preproductie (podium- en evenemententechniek)
Binnen de proeve Preproductie van diverse kwalificaties uit het dossier podium- en evenemententechniek, komt 1 werkproces bij meerdere opdrachten aan bod. Hierdoor wordt het werkproces vanuit meerdere opdrachten beoordeeld.
In het algemeen adviseert de EAC om een werkproces aan slechts één opdracht te koppelen. Indien dit niet mogelijk is adviseert de EAC om te beschrijven wat het beoordelingsmoment van het werkproces is.
3: B1-K1-W1 van de kwalificaties acteur (25472), musicalperformer (25496) en danser (25495)
Dit werkproces wordt nu beoordeeld vanuit zowel het professioneel portfolio als het profielexamen. Op die manier is het niet mogelijk om tot een holistisch oordeel te komen. De EAC adviseert om B1-K1-W1 enkel te beoordelen op basis van het professioneel portfolio. Dit zorgt voor een nieuwe variant van de exameninstrumenten bij de genoemde kwalificaties.